donderdag 9 oktober 2014

Romantiek en Realisme Invalshoek 2

Romantiek en Realisme
Invalshoek 2: kunst en esthetica

1.a   Toen was het classicisme een grote stroming, en daarvoor moest je heel erg getrouw zijn aan de oude griekse en romeinse kunstregels.
1.b   Het ging minder om de regeltjes, en meer om het gevoel wat die kunst oplevert.
1.c   Vanaf hier moet alles weer realistisch en natuurgetrouw zijn.


2.a   Solo
2.b   Duet
2.c   ?
2.d   Het is een romantische scene waarin de liefde tussen de twee benadrukt wordt. dit gevoel wordt opgewekt door het decor: een idyllisch boerendorpje. Het tweede aspect is dat de twee een onmogelijke liefde hebben, en dat ze dus niet samen kunnen zijn.
2.e   Giselle en Albrecht verlangen naar elkaar, en houden van elkaar. Alleen zullen ze nooit bij elkaar kunnen zijn, en dat is waar ze allebei bang voor zijn: dat ze elkaar nooit meer zullen zien.

woensdag 1 oktober 2014

Romantiek en Realisme Invalshoek 1

Romantiek en Realisme
Invalshoek 1: Kunst en religie, levensbeschouwing

1.     a. De Franse Revolutie was een invloedrijke politieke omwenteling aan het eind van  de 18e eeuw waarbij de Franse monarchie werd afgeschaft en de Eerste Franse Republiek werd opgericht.

2.     a. Op dit werk is een vrouw te zien die strijdlustig de Franse vlag omhooghoudt. Er staan een paar mensen met wapens achter haar, en een paar dode en stervende soldaten voor haar. De mensen die achter haar staan, zien er uit als gewone burgers.
b. In de voorstelling zie je een hele hoop wapens en rook, dode soldaten, en ook de houding van de personen geeft aan dat ze strijdlustig zijn.

3.     a. Strijkers en blazers
b. Napoleon Bonaparte
c. Voornamelijk gebruikt hij de dynamiek en het verschil in toonhoogte
d. Ter nagedachtenis aan een groot mens
e. Eerst wilden de mensen alleen maar vrijheid, maar later wilden ze ook nog allemaal gelijk behandeld worden. Daarom heeft Beethoven ook degene voor wie de symfonie bedoeld was veranderd

4.     Het 19e eeuwse denken kan gekarakteriseerd worden met de woorden: historicisme en positivisme. Ontwikkelingen worden gezien als logische reeks van these, antithese en synthese. De geschiedenis verloopt volgens zo’n lineair proces. Wetenschappers stellen stappen op om methodisch te werken. Kunstgeschiedenis en muziekgeschiedenis ontstaan als wetenschap.